Oefening
van innerlijke harmonie – scheppen van evenwicht
Oefen de
vorige vijf oefeningen apart en in verschillende combinaties naar
behoefte, zodat er harmonie tussen denken, voelen en willen
ontstaat.
De voorgaande oefeningen hadden de afzonderlijke ontwikkeling van
ziele-eigenschappen ten doel: de controle over het
denken en handelen, de gelijkmoedigheid ten opzichte van gevoelens
van lief en leed, de positiviteit in het beoordelen van de wereld en
de onbevangenheid ten opzichte van het leven. Deze oefening is
ervoor dat er tussen deze eigenschappen harmonie ontstaat.
Sommigen
hebben een sterke neiging om te denken, anderen hebben hun gevoel
beter ontwikkeld, weer anderen leven sterk in de daad. Door de vijf
oefeningen door elkaar heen en naar behoefte te oefenen gaat er
harmonie ontstaan tussen de drie vermogens van de ziel. Je kunt
combinaties van oefeningen steeds een tijdlang doen, maar je kunt ook
door je behoefte laten aangeven welke oefeningen op een bepaald
moment of in een bepaalde fase van je leven in aanmerking komen om
weer opgepakt te worden.
Misschien wordt het je langzamerhand
teveel. Dan moet je maar bedenken dat degene die oefent beter
wordt en sneller vooruitkomt dan degene die niet oefent. Het oefenen
wordt makkelijker omdat je eerst de oefeningen afzonderlijk hebt
geoefend, die beheers je nu op een bepaald niveau. Je
hebt ervaringen
verzameld, vaardigheden verworven en krachten opgebouwd die het
je makkelijker maken door te gaan. Je bent al opmerkzamer
geworden voor je zieleleven, je kunt beter met je zwaktes en
eenzijdigheden omgaan en je reageert genuanceerder dan voorheen. Door
met deze oefening door te gaan verbeter je dit verder.
Nadat
je alle oefeningen een keer hebt gedaan, kun je een tijdje stoppen en
dan weer opnieuw beginnen of de oefeningen die je niet makkelijk
afgingen weer oppakken. Zo kunnen deze nevenoefeningen een hulp
worden om jezelf te blijven ontwikkelen.